ALLOPATHISCHE ZORG

door | interVentie, interVentie Les 2

De allopathische, additieve of reguliere zorg ontstond begin vorige eeuw. JD Rockefeller, dezelfde die er voor zorgde dat the Rockefellers tegenwoordig een van de rijkste families ter wereld is, heeft  persoonlijk geregeld dat de toen leidinggevende zorgstructuur, de homeopathie, buiten spel werd gezet. Dit gebeurde mede omdat hij bedacht dat je olie niet alleen kon gebruiken om auto’s op te laten rijden, maar dat je dit zwarte goud ook goed kon gebruiken om er medicijnen van te maken.

In die tijd was de homeopathische geneeswijze in Amerika leidend.Maar met planten kan je geen fortuin verdienen. Hoewel Rockefeller zijn hele leven naar een homeopatisch arts ging, zette hij in nauwe samenwerking met de overheid de opleidingsinstituten (ziekenhuizen) voor het blok; of je past je aan aan onze regels of je mag je deuren sluiten. Ongeveer 60% van de ziekenhuizen koos eieren voor zijn geld. Sindsdien is de allopathie in de meeste landen op de wereld de leidinggevende zorginstelling, met alle gevolgen van dien.

Wat is het?

Dankzij Rockefeller is ziekte een verdienmodel geworden; vanuit de optiek dat aan een dode of genezen patiënt geen geld te verdienen valt, is het doel juist om hem in leven te houden, maar wel zo dat hij bereid en in staat is om de allopathische producten af te nemen.

Als je de video hebt bekeken, weet je precies wat de allopathische zorg is: een verdienmodel gebaseerd op het Flexner-report (1910),  synthetische medicijnen, drie behandelingen – chemo, bestraling en medicijnen die allemaal bijwerkingen kennen – diagnose op basis van symptomen, een zorgsysteem waar alle onderdelen apart worden beoordeeld (met elk zijn eigen medicatie), waar je maximaal 20 minuten terechtkan met je verhaal en die als enige rechtsgeldig de diagnose mag stellen.

Wat zijn risico’s

Als je een keer niets te doen hebt, ga dan voor de gein een paar uur posten voor een apotheek en kijk wat daar de wrange gevolgen van zijn: patiënten die met zakken vol medicijnen de deur uitgaan, waarvan de meesten de verschillende bijwerkingen van het eerste medicijn ‘bestrijden’. Daarvoor zijn die bijwerkingen zo belangrijk; die zorgen er voor dat er weer andere medicijnen nodig zijn.

Het gaat dus vooral om zoveel mogelijk geld en niet om onze gezondheid. In de eerste plaats zijn de synthetische medicijnen patenteerbaar, de natuurlijke niet. Dat betekent dat iemand die een medicijn ontwikkeld heeft een lange periode het alleenrecht daarop houdt. Zo’n procedure kost zoveel geld dat alleen de farmaceuten en de overheid daarvoor in aanmerking komen. Bijwerking: ze leveren nauwelijks genezing en houden de ziekte in stand.

Een ander risico is dat, hoewel de allopathische zorg weinig te bieden heeft, zijn we er wel afhankelijk van. Alleen allopathische artsen mogen bijvoorbeeld een diagnose stellen, een natuur- of homeopathische arts niet. Bovendien worden de meeste medicijnen en behandelingen door allopathische artsen wel door de zorgverzekering vergoed, en die door homeopathische artsen niet of slechts voor een deel.

Nog een verschil: een bezoek aan een allopathische arts is aan tijd gebonden. Een consult duurt doorgaans tien minuten -soms kan dat verlengd worden tot twintig minuten – en een bezoek aan een homeopathische therapeut (het woord ‘arts’ is eveneens voorbehouden aan de allopathische ‘zorg’) duurt zolang als nodig is, minstens een uur, soms langer. Een laatste verschil verklaart dat: de allopathische arts kijkt alleen naar de symptomen, de homeopathische arts kijkt naar de oorzaak.

Wat zijn de kansen?

De aanpak van de homeopathische geneeswijze verschilt op meer punten van de allopathische; niet alleen mag ze geen diagnose stellen, rusten er geen patenten op hun medicijnen, ook kijkt deze geneeswijze heel anders tegen ziekte aan: ziekte is een symptoom, een aanwijzing dat er iets niet goed is in het lichaam. Een medicijn dat het symptoom bestrijdt, geneest de ziekte niet, het biedt alleen de aanwijzing dat er sprake is van ziekte. Vaak houdt het de ziekte juist in stand. Zo blijft de kassa rinkelen.

Bovendien ziet de homeopathie het lichaam als een combinatie van alle in ons lichaam werkzame onderdelen en stoffen, en bekijkt de allopathie elk onderdeel apart, legt het geen verband tussen de ziekte en soms onverwachte oorzaken. Dat leidt ertoe dat er diverse (tientallen) subcategorieën bestaan binnen deze geneeswijze, dat artsen alleen iets afweten van een enkel onderdeel (bijvoorbeeld het hart) en niet hoe al deze onderdelen met elkaar verbonden zijn en invloed uitoefenen op elkaar. Daardoor is er een aannemelijk risico dat de oorzaak ergens anders ligt dan waar de arts zoekt.

Allopathische artsen moeten, uitzondering daar gelaten, ook niets hebben van gezonde voeding of leefstijl als medicatie. Je zult een kankerarts zelden of nooit horen zeggen: ‘Misschien moet u de bewerkte voeding in de supermarkt maar laten staan!’ Dat weten ze niet en willen ze niet weten ook. Ze hebben niet voor niets twaalf jaar ‘medicijnen’ gestudeerd.

Maar het grootste verschil tussen de allopathische zorg en homeopathische geneeswijze is dat de allopathische artsen alleen iets afweten van synthetische, lichaamsvreemde medicijnen – het uitgangspunt in mijn boek is juist dat ‘lichaamsvreemd’ ziekmakend is! – terwijl een homeopathisch arts juist gelooft in de kracht van de natuur, van het lichaam. Waar denk je dat het meeste geld aan te verdienen is?

Hoewel de homeopathische geneeswijze door de allopathische belachelijk gemaakt wordt, scoort zij wel beduidend hogere rapportcijfers als het om genezen gaat. Het heeft ook heel lang geduurd voordat de studies die dat bewijzen openbaar werden gemaakt. Dat geldt ook voor de zeer magere rapportcijfers die de synthetische (lichaamsvreemde) medicijnen scoorden.

Wist je bijvoorbeeld dat er jaarlijks tweehonderdduizend Amerikanen sterven aan medicijnen (van ons land zijn die cijfers niet beschikbaar). Uit een onderzoek van het gezaghebbende British Medical Journal kwam in 2014 naar voren dat slechts een klein percentage van alle 2500 van de meest voorgeschreven reguliere medische behandelingen en medicijnen doet wat je ervan mag verwachten: je afhelpen van je klacht, en dat voor de rest van je leven. Dit in tegenstelling tot de homeopathie die er juist voor zorgt dat de ziekte of kwaal blijft bestaan, dat niet alleen het symptoom wordt bestreden.

Het Clinical Evidence Handbook is daar heel duidelijk over: slechts 12% van de vijfentwintig honderd meest gebruikte en voorgeschreven medicijnen en behandelingen door artsen krijgt het predicaat ‘bewezen positief effect’. Dit predicaat is gebaseerd op meta-onderzoek waarbij minimaal één onderzoek is gevonden dat een positief effect aantoont dat groter is dan de schadelijke effecten. De wetenschappelijke redactie houdt daarbij wel een behoorlijke slag om de arm: ‘Bewezen positief effect’ betekent niet dat de behandeling bij alle mensen effectief is of dat er ook andere gewenste positieve effecten zijn, noch dat een gemeten positief effect op een ander tijdstip na de behandeling nog steeds aanwezig zal zijn’.

Maar het kan nog erger: zo geeft het Scientific-Ethical Committee for Copenhagen and Fredriksberg Municipalties in haar onderzoek aan dat ‘75% van alle gepubliceerde medisch-wetenschappelijk onderzoek niets anders is dan promotiemateriaal.’ Deze enorme fraude kwam aan het licht nadat farmaceutisch fabrikant Wyeth werd gedwongen om al haar documenten openbaar te maken. De zaak werd gestart nadat veertien duizend vrouwen na het gebruik van het overgangsmiddel Prempro borstkanker ontwikkelden. Prempro is een medicijn dat bestaat uit een combinatie van geconjugeerde oestrogenen en progesteron.

De, in dit geval door Wyeth aangestelde marketing-bureaus, waren bekend als ‘Medische voorlichting en communicatie bureaus’. In 2002 zijn er achttien artikelen gepubliceerd waaruit bleek dat Prempro goede diensten zou verlenen aan vrouwen in de overgang. Deze publicaties waren o.a. te lezen in International Journal of Cardiology en American Journal of Obstetics & Gynecology. Opmerkelijk is dat vlak voor deze publicaties de ‘Womens Health Initiative’ had aangetoond dat hormoonpreparaten in de overgang gecontraïndiceerd waren omdat ze het risico op borstkanker en herseninfarcten juist vergroten.

Deze medische voorlichtings- en communicatiebureaus bleken in opdracht van alle farmaceuten te werken om hun producten aan de artsen te promoten. Het werkt als volgt: er wordt een meta-analyse gedaan van klinisch wetenschappelijk onderzoeken. De uitkomsten van deze onderzoeken krijgen een positieve draai mee. Vervolgens wordt er een medisch professional of wetenschapper als hoofdauteur in naam aangezocht. Deze ‘hoofdauteur’ hoeft het artikel niet gelezen te hebben. De naam erbij is voldoende voor betaling, publicatie en eeuwige roem.

Wat betekent dat VOOR jou?

Nogal wat! Dat wij gratis proefdieren zijn voor een miljarden industrie. Professor A. Fugh-Berman van de Georgetown University Medical Centre in Washington deed onderzoek naar deze vorm van medische wetenschappelijke publicaties. Zij ontdekte dat er de afgelopen 12 jaar 90.000 van dergelijke publicaties in medische tijdschriften waren geplaatst. “Elk medisch wetenschappelijk tijdschrift is ‘besmet’ met dergelijk soort reclamemateriaal, verborgen als wetenschappelijk artikel geschreven door medische communicatiebureaus in opdracht van farmaceuten’.

Wyeth blijft het middel Prempro nog steeds als medisch wetenschappelijk bewezen via internet promoten. Het Scientific-Ethical Committee for Copenhagen and Fredriksberg Municipalties geeft dan ook aan dat van de door het Clinical Evidence Handbook gestelde 12%, 75% vermoedelijk frauduleus is. Het getal moet naar beneden worden bijgesteld naar 6% met het predicaat ‘bewezen positief effect’.

Vice president van GlaxoSmithKline, genetica A. Roses, gaf bij de besloten presentatie zelfs toe dat “90% van de producten van GlaxoSmithKline, en dat van ieder ander farmaceutisch bedrijf, bij de meerderheid van de patiënten niet werkt.”
Wetenschappelijk medewerkers van één van de grootste farmaceuten ter wereld, Bayer zegt: “Tweederde van alle medicatie tegen kanker, vrouwenziekten en hartziekten blijkt in een tweede onderzoek niet de resultaten te kunnen bevestigen.” Dat terwijl herhaalbaarheid van onderzoeksresultaten één van belangrijkste grondvesten van wetenschappelijk bewijs is.
Amgen, een andere grote farmaceut, kon van 53 klinische geneesmiddel-onderzoeken voor kanker en andere bloedziekten 47 niet reproduceren.

Wetenschappelijk uitwisselingsbureau Science Exchange laat bij monde van directeur E. Lorns het volgende weten: ‘De natuur is complex en in de experimentele opzet (van medisch wetenschappelijk onderzoek) worden niet altijd alle variabelen voldoende meegewogen.’ Oftewel:  het leven is complex, het menselijk lichaam dynamisch, het verandert door de inwerkingen van o.a. de leefstijl, leefomgeving, cultuur enz. De invloed hiervan op genetica, psyche, neuronale verbindingen enz. wordt niet meegewogen in wetenschappelijk onderzoek.

Het is zoals longarts Mariska Koster via Twitter laat weten: ‘Je leert als arts een mens als patiënt te zien. Veel later leer je dat weer andersom”. Je leert dat de patiënt bestaat uit allemaal losse onderdelen, die je los van elkaar moet zien. De complementaire (of homeopathische) geneeskunde wijst hier al eeuwen op, maar wordt door de overheid, zorgverzekeraars, farmaceuten en reguliere medische wereld als ‘kwakzalverij’ weggezet: complotdenkers, wappies. Waarom? Omdat de overheid daar belang bij heeft. Nogmaals aan een genezen patiënt kan je niets verdienen, dat levert dus ook de overheid niets op. Deze waarheid moet koste wat het kost in stand blijven, ook al levert dat heel veel ellende op. Dat is wrang, maar waar.

Het wetenschappelijke tijdschrift ‘New Scientist’ meldde in september 2012: ‘De Medische wetenschap is op wankele grondvesten gebouwd.’ De ‘Vereniging tegen kwakzalverij’ houdt regelmatig heksenjachten tegen, in hun ogen ‘niet bewezen’ geneesmethoden, zoals homeopathie. Zij stelt dat uitsluitend de reguliere medische praktijk juist en bewezen is.

In Bad Pharma: How Drug Companies Mislead Doctors and Harm Patients, doet de Britse auteur Ben Goldrace een boekje open over de onmenselijke streken van de farmaceutische industrie. In dit boek, dat in 2012 uitkwam, bewijst hij dat het merendeel van medische onderzoeken onjuist is, dat de meerderheid van de artsen de wetenschappelijke literatuur slecht kent. en dat deze literatuur door het achterhouden van juiste gegevens door de farmaceutische industrie eveneens niet op juistheid is gebaseerd. Werkelijke gegevens van bijwerkingen komen niet bij de arts en de patiënt terecht, maar worden door de farmaceutische industrie achtergehouden. Hij geeft aan dat  het grootste deel van de geneeskundige opleiding van artsen door deze farmaceutische industrie wordt bekostigd.

Wat kan jij met deze informatie?

Wat Goldacre in feite zegt is: ‘De reguliere medische wereld is volgens de normeringen van de overheid voor wetenschappelijk bewijs en de ‘Vereniging tegen Kwakzalverij’ minimaal een pseudowetenschap die neigt naar kwakzalverij.’ Dit wordt mede ondersteund door de uitkomsten van het onderzoek van de reguliere medische wereld zelf. Het zijn deze bedrijven die in no time de vaccins ontwikkelden die ons in twee fases door de strot worden geduwd, of die we ons door de strot laten duwen. De tijd zal leren hoeveel schade we daaraan over houden. Ik houd mijn hart vast. Trek je eigen conclusie.