Stoffen die je beter kunt vermijden

door | Voeding, Voeding Les 7

Voedingsstoffen zijn stoffen die je in voeding terugvindt. Deze stoffen zijn goed voor je. Maar je hebt ook synthetische stoffen die niet goed voor je zijn, maar wel in je eten zitten. Deze stoffen krig je liever niet binnen. Welke dat zijn, waar ze in zitten en wat de mogelijke gevolgen zin, lees je in deze blog.

Wat zijn het?

Op de website leefmilieu.nl staat de volgende omschrijving van pesticiden: ‘Pesticiden zijn chemicaliën waarvan het de bedoeling is dat ze giftig zijn’. Ze worden gebruikt om onkruid, schimmels, insecten of dieren zoals muizen te bestrijden. In veel gevallen kan hun giftige eigenschappen onze gezondheid en het milieu schaden.’

Op de website van PAN (Peticide Action Network) las ik het volgende: ‘Hoewel giftig ligt het gebruik van bestrijdingsmiddelen in Nederland al jaren op een onaanvaardbaar hoog niveau. Teveel wordt het beleid overgelaten aan de ‘markt’ waardoor de bestrijdingsmiddelen-industrie in de praktijk vrij spel heeft. Een landbouw die geen ruimte laat voor ‘wilde’ planten en dieren en die leidt tot een grote verspreiding van bestrijdingsmiddelen buiten de percelen via water, bodem, lucht en stof. Een landbouw die resulteert in giftige residuen op onze levensmiddelen.’

Wat is de Green Deal?

En dat gaat ondanks de Green Deal van Europa in Nederland voorlopig niet veranderen als het aan de politiek ligt. ‘In het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030 dat in november 2020 door de Tweede Kamer is aangenomen, ontbreken concrete reductiedoelstellingen voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen geheel. Genetisch gemanipuleerde gewassen nemen zelfs een belangrijke plaats in en moeten voor weerbare rassen zorgen’.

In 2019 concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de ‘Tussenevaluatie’ dat vijf van de zes doelen in het bestrijdingsmiddelen-beleid niet gehaald waren. De sector is er onvoldoende in geslaagd om het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen terug te dringen. In het programma wordt met dit PBL-rapport geen link gelegd.

Het gebruik van bestrijdingsmiddelen ligt in Nederland al jaren op een hoog onverantwoord niveau van rond de tien miljoen kilo actieve stof, maar reductiedoelstellingen ontbreken in het programma. De Europese Green Deal heeft een doel van vijftig procent reductie van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in 2030.

Het Uitvoeringsprogramma legt ook geen link met deze Europese doelstelling. De doelstelling van vijfentwintig procent biologische landbouw in 2030 in de Green Deal, is eveneens geen onderdeel van het programma. Het areaal biologische landbouw in Nederland bedraagt nu slechts vier procent. Bij de ontwikkeling van dit programma door de twaalf betrokken partijen is vreemd genoeg de biologisch sector niet vertegenwoordigd.

De minister wil overduidelijk de weg inslaan die gericht is op weerbare teeltsystemen, op innovatie en genetische manipulatie, die voor zogenaamde oplossingen moeten zorgen. Leefmilieu vindt dit een zorgelijke weg en zal op dit onderwerp actief blijven en pleitten voor vergaande reductie en verbeterde toelatingsprocedures.’ Volgens leefmilieu.nl

Weetwatjeeet.nl

De meeste mensen denken dat het wel meevalt met die bestrijdingsmiddelen, dat er op de producten die in Nederland in de supermarkt liggen, niet zoveel gif zit. Maar klopt die aanname wel? Ik checkte daarvoor om te beginnen de website www.weetwatjeeet.nl, daar vond je een paar jaar geleden nog de Gifmeter. Deze gaf aan welke supermarkt het schoonst is, dus hoeveel en welke producten hoeveel bestrijdingsmiddelen bevatten. Dat is een site van Milieudefensie. Helaas is Milieudefensie met deze Gifmeter gestopt. Je kan je afvragen waarom!

‘Groenten en fruit in onze supermarkten zijn vaak vervuild met hormoonverstorende bestrijdingsmiddelen, blijkt uit nieuw onderzoek. Dat hormoongif kán volgens toxicologische experts voor gezondheidsproblemen zorgen. Kunnen we nog zonder zorgen een komkommer, aardbei of nectarine eten?’ aldus de website van RTL.

Een brede waaier aan gifsoorten

Op de website healthyvega.nl vond ik deze informatie: ‘Landbouwgif komt helaas nog steeds regelmatig voor op producten die in de supermarkt te koop zijn. Deze bestrijdingsmiddelen bestaan uit een brede waaier aan stoffen die giftig zijn voor mensen doordat ze hormoonverstorende, kankerverwekkende of neurotoxische werking hebben. Het is niet ongewoon dat er tussen de vijf en dertien verschillende soorten gif op met name fruit gevonden worden. Het loont dus kritisch te kijken naar wat je koopt en waar je het koopt.’

In september 2019 startte foodwatch met de actie ‘Stop de productie en export van verboden pesticiden!’

De grootste pesticidengiganten in Europa – Syngenta, Bayer AG en BASF – doen er alles aan om in de EU verboden bestrijdingsmiddelen te blijven verkopen. Pesticiden die verboden zijn, omdat ze schadelijk zijn voor mens en milieu worden geëxporteerd naar ontwikkelingslanden en komen vervolgens via de achterdeur op de EU-markt (en dus ook op ons bord) terecht. Hoe is dit mogelijk?!

  • Export: De pesticidengiganten exporteren stoffen die verboden zijn in de EU, naar landen met minder strenge regelgeving – zoals Kenia en Indonesië. De EU verbiedt het gebruik van deze pesticiden in haar lidstaten, maar niet de productie en export. Elk jaar sterven er mensen als gevolg van vergiftiging door pesticiden aan ouderdom ziektes zoals de Ziekte van Alzheimer. Het grootste deel van deze sterfgevallen komt voor op het zuidelijk halfrond, maar in ons land horen we ook regelmatig dat daar mensen aan overlijden. Het exporteren van giftige pesticiden is een grove schending van de mensenrechten.
  • Import: Als een boemerang komen resten van deze gevaarlijke bestrijdingsmiddelen op ons bord terecht, via de import van voedselproducten (bijvoorbeeld fruit en groenten) uit landen buiten de EU. Met alle gevolgen van dien. ‘Deze pesticiden zijn verboden omdat ze schadelijk zijn voor onze gezondheid: ze kunnen kankerverwekkend zijn, hormonen verstoren en/of de vruchtbaarheid verminderen.

Een cocktail van glans- en bestrijdingsmiddelen

‘Pel een sinaasappel of een mandarijn uit de supermarkt en je handen zitten vol glinsterend spul: een cocktail van glans- en bestrijdingsmiddelen. Vrijwel niemand die precies weet welke stoffen dat zijn, al gaat de overheid er vanuit dat ze geen kwaad kunnen.’

‘Maar de onderzoekers Jelmer Buijs en Margriet Mantingh denken daar heel anders over. Het duo staat te boek als kritisch en is niet te bevreesd om dingen fundamenteel ter discussie te stellen. Vorig jaar haalden ze zich nog de woede van de boeren op de nek met een geruchtmakend onderzoek op 28 Gelderse boerderijen. In mest, in de bodem en in krachtvoer troffen ze daar liefst 134 verschillende chemische bestrijdingsmiddelen aan. Zoveel gif, dat insecten het loodje legden. Daarmee was meteen de relatie duidelijk tussen de teloorgang van weidevogels en die chemische middelen.’

In een artikel in Trouw (december 2020 lezen we het volgende: ‘Of en hoe schadelijk de gewasbeschermingsmiddelen zijn, is lang niet altijd bekend. Chemische onkruidverdelgers, schimmelbestrijders en insecticiden die in de landbouw en soms daarbuiten worden gebruikt, moeten worden toegelaten door het CTGB, het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Dat maakt een risicobeoordeling op basis van wetenschappelijke en technische inzichten. Een toegelaten middel vormt volgens de wet geen of een aanvaardbaar risico.’

Hoe oud zijn de normen?

‘Op dat proces valt wel wat af te dingen’, zegt de Wageningse hoogleraar bodemdegradatie en landbeheer Violette Geissen. ‘De normen voor de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen zijn dertig jaar oud. Voor het toetsen van de toxiciteit voor het bodemleven worden de stoffen bijvoorbeeld getest op slechts vijf soorten van de één miljoen bodemorganismen, eventueel transport door de lucht gebonden aan fijnstof wordt niet meegenomen in de modellen, en wat een mengeling van verschillende stoffen doet met mens en milieu is niet bekend. ‘We weten heel weinig over de effecten van cocktails van chemische stoffen’.

Geissen geeft leiding aan Europees onderzoek naar de invloed van pesticiden op mens, dier, plant en milieu. De cocktails van stoffen hebben haar bijzondere aandacht. ‘We gaan kijken welke risico’s pesticiden werkelijk hebben.’ Opvallend is het dat er op Google geen recente cijfers te vinden zijn over het gebruik van gif in de landbouw. Niet echt geruststellend is ook dat er sinds de start van de meting niet of nauwelijks iets is aangepast. Dit ondanks het feit dat er sinds die tijd veel veranderd is: zo zijn de middelen steeds giftiger geworden, is de landbouw grootschaliger en intensiever geworden en is het dus aannemelijk dat er meer gespoten wordt.

Wat is de bottleneck?

Ondanks dat zijn de wettelijke normen dus nog steeds heel laag. Bovendien, en dat is de bottleneck,  zijn er wel maximale percentages vastgesteld aan een product (elk product), maar zijn er aan het totale aantal pesticiden dat op een plant gespoten mag worden geen restricties gesteld. Toen de normen dertig jaar geleden werden vastgesteld was het uitgangspunt: hoeveel fruit eet een Nederlander gemiddeld? En hoeveel gif op elk stuk fruit is dan nog verantwoord? Maar daarbij is geen rekening gehouden met deze cocktails aan bestrijdingsmiddelen op elk stuk fruit. Dat aantal loopt soms in de tientallen.

Hoewel Nederland een paar jaar geleden nog vrijwel bovenaan de lijst van landen die de meeste bestrijdingsmiddelen spoten stond, net nog onder Engeland, maar boven Spanje en Italië, heerst bij ons nog steeds de gedachte dat het hier wel meevalt met deze gifstoffen. Deze informatie druist dan ook in tegen alle informatie die ons via de de reguliere media bereikt. In een rapport dat milieuorganisatie PAN Europa publiceerde, krijgt de Europese commissie zelfs het verwijt dat er ‘sinds 2011 meer dan 180 bestrijdingsmiddelen op de markt zijn gekomen, zonder dat ze zijn getest op risico’s voor  het hormoonsysteem’. Daar word je ook niet vrolijk van.

Wanneer worden de regels overschreden?

Uit steekproeven door de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) bleek dat elke aardbei met gemiddeld acht schadelijke stoffen was bespoten. ‘Een partij aardbeien bevatte zelfs zeventien verschillende stoffen’, zo bleek uit een analyse van de gegevens van de NVWA door Trouw. Toch greep volgens dit artikel de toezichthouder niet in, want ‘de regels waren niet overtreden.’
Dus ‘zeventien’ valt binnen de regels, net zo als ‘honderdzeventien’ binnen de regels valt. Als je dat in ogenschouw neemt, dan is het te begrijpen dat er maar weinig overtredingen worden geregistreerd, ook al omdat het, als je zeventien verschillende stoffen op een product spuit, ondoenlijk is om uit te zoeken hoeveel van elke stof er precies op deze groente of fruit is gespoten. Dus kan je ook niet nagaan of er een overtreding is gemaakt. Ondanks de 6000 steekproeven per jaar, wordt er zelden een sanctie opgelegd. Het controleren op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is dan ook geen prioriteit voor de NVWA.
Maar stel dat iemand twintig aardbeien eet, met op elk een klein beetje van zeventien! verschillende bestrijdingsmiddelen (gif), dan kan je je misschien voorstellen dat dat niet bijster gezond is. Nu zal hij niet de volgende dag dood in de gang liggen, maar aangezien ons lichaam deze synthetische gifstoffen niet herkent als voeding, zal het spul ingekapseld in vet worden opgeslagen in de buikholte, rond onze vitale organen. Als diezelfde persoon elke week twintig aardbeien eet, zal dit op den duur tot (ernstige) ziektes kunnen leiden. Ook dat kan je je vast voorstellen. Nog los van het feit dat die persoon per week nog meer stuks fruit eet die ook bespoten zijn, en allerlei andere bewerkte voedingsproducten waar lichaamsvreemde stoffen in zitten.

Glyfosaat

Op 26 maart 2018 stond op de website van foodwatch te lezen: ‘Een onnavolgbare manier van rekenen. Kennelijk ligt er fruit in de schappen van de supermarkt dat meer gif bevat dan de wettelijke limieten toestaan. Hoewel in 2005 al Europees wettelijk  is vastgesteld dat er een methode moet worden ontwikkeld om rekening te houden met cumulatieve en synergetische effecten die deze combinatie van bestrijdingsmiddelen mogelijk kan hebben.’ Ondertussen is dat er nog steeds niet van gekomen. Of het er ooit komt, betwijfel ik’.
Ondertussen wordt het gevaar van deze stoffen voor onze gezondheid keer op keer gebagatelliseerd in de media. Bovendien neemt de NVWA het niet zo nauw met die regels, want pas als zo’n regel met minstens vijftig procent overschreden wordt, treedt dit controlebureau op. Als je bedenkt dat het aantal steekproeven beperkt is vanwege ‘gebrek aan personeel’, begrijp je dat boeren nogal wat ruimte hebben om te spuiten wat ze spuiten willen.
Als je weet dat het kankerverwekkende Glyfosaat (Monsanto) nog niet zo lang geleden voor nog eens vijf jaar is toegestaan in Europa, en dat een bedrijf dat met een nieuw middel komt, zelf maar moet bepalen hoe schadelijk het is, zie ik de toekomst, ondanks de tendentieuze Green Deal, somber in.

HORMONEN & ANTIBIOTICA

Pesticiden zijn niet de enige niet-natuurlijke stoffen die de land- en tuinbouwsector gebruikt en via voedingsproducten op ons bord terechtkomen. Om dieren zo snel mogelijk te laten groeien, worden dieren massaal met groeihormonen ingespoten. Dat zorgt voor grotere omzet, maar ook voor gezondheidsrisico’s bij de consument.
Datzelfde geldt voor antibiotica; waar de biologische veeteelt alleen antibiotica gebruikt als een dier ziek is, wordt het in de reguliere veeteelt als voorzorgsmaatregel gebruikt. Met name dieren in de mega-stallen staan aan een antibiotica-infuus. Hoewel tegen de wettelijke regels in, de reguliere landbouw nog steeds massaal gebruik maakt van deze middelen, is er nauwelijks toezicht op.
Dus...
Wat ik maar wil zeggen, is dat je je groente en fruit, maar ook vlees- en melkproducten maar beter biologisch kunt kopen, dan weet je tenminste een ding zeker: daar zitten geen synthetische bestrijdingsmiddelen, antibiotica of (groei)hormonen op of in.