Vlees, vis, zuivel, vegetarisch en veganistisch

door | Voeding, Voeding Les 1

Eigenlijk is vanaf de oertijd vlees, vis, planten, noten, zaden en water altijd de basis van onze voeding geweest. De laatste eeuwen werd dat vlees of vis. Zo is het nu eigenlijk nog steeds. Eerst kies je welk vlees of welke vis je gaat eten. Daarna wat je daarbij eet: welke groente en aardappels. Eventueel gevolgd door een toetje, meestal gemaakt van zuivel, bijvoorbeeld vla of yoghurt. Hoe gezond of ongezond is zo’n maaltijd eigenlijk? 

Dat was vroeger. Wat doet de consument nu, anno 2022? Die beperkt zich allang niet meer tot alleen aardappels, groente en vlees of vis. De keuze is dankzij de vlieg- en voedingsindustrie aanzienlijk uitgebreid: we kunnen kiezen uit diverse pasta’s (Italië), nasi, bami en andere oosterse gerechten (Azië), maar ook Mexicaans, Spaans en allerlei andere buitenlandse gerechten.

Om het ons gemakkelijker te maken, ontwikkelde de voedingsindustrie talrijke kant- en klaarmaaltijden uit diverse landen. Hoe gezond is dat? Om daar achter te komen moet je logisch leren denken: waar het meeste van verkocht wordt, wordt de meeste omzet door gegenereerd. Maar je maakt de meeste winst als de producten het goedkoopst zijn en de onkosten dus het laagst. Vraag is: welke invloed heeft dat op het gehalte aan voedingsstoffen in de voedingsproducten die je eet en drinkt?

Wat is (of zijn) het?

De meeste mensen eten overigens nog steeds vooral vlees en/of vis. Toch stijgt het aantal mensen dat helemaal geen vlees en/of vis eet (vegetariërs of flexitariërs), evenals de mensen die helemaal niets dierlijks eten: geen vlees, geen melk, geen kaas, etc., dat zijn veganisten. Bovendien zien we een ommekeer door de invloed die al dat vlees heeft op het milieu.

Maar welke voeding is het meest gezond of ongezond? Om daarop het antwoord te vinden, kunnen we kijken naar wat de verschillende groepen eten en drinken. Wat is bijvoorbeeld het verschil tussen dierlijke voedingsproducten of plantaardige? En tussen voedingsproducten met bewerkte stoffen of natuurlijke stoffen?

Onbewerkt

Een product dat onbewerkt is, is 100% natuurlijk. Dat staat voor de voeding die onze voorouders aten en dronken, puur natuur. Daar zat niets onnatuurlijks in, aan of op.

Bewerkt

Wat betekent bewerkt? Dat betekent dat deze voedingsproducten hoofdzakelijk bestaan uit bewerkte, geraffineerde, veelal synthetische stoffen, dat is een basis van een natuurlijke stof die bewerkt is. Het begrip ‘bewerkt’ kent vele varianten, waarvan geraffineerd waarschijnlijk de bekendste is. Als je een product of stof (bijvoorbeeld suiker) bewerkt, ondergaat he tientallen bewerkingen die het product veranderen, zodat het meer tegemoet komt aan de wensen van de consument, en natuurlijk vooral van de industrie. Doorgaans is daarbij het financiële aspect leidinggevend. Deze voedingsproducten, die we kunnen kopen in de supermarkt, zijn de belangrijkste oorzaak van de meer dan tien miljoen chronisch zieke mensen in ons land. Dus daar is ook de meeste gezondheidswinst te halen.

Bewerkte stoffen zijn stoffen die niet natuurlijk zijn, dus niet zomaar in de natuur voorkomen zoals groente, fruit, noten, etc., maar stoffen die de mens, wij dus, zelf hebben ontwikkeld in een scheikundig laboratorium. Met deze lichaamsvreemde stoffen – ons lichaam herkent deze stoffen niet als voeding – weet ons lichaam zich geen raad. Dus het lichaam weet niets beters te bedenken dan het tijdelijk (later zien we wel verder) in vetcellen op te slaan in onze onderbuik, rond onze meest vitale organen. Daardoor worden we op termijn heel dik (bierbuik) en soms ernstig ziek.

Daarmee zeg ik ook meteen iets anders: lichaamsvreemde, bewerkte stoffen zijn de belangrijkste oorzaak van de pandemie aan chronisch zieken. Want sinds de tweede helft vorige eeuw verdubbelde  dat aantal tussen 2013 en 2018 van vijf naar tien miljoen (cijfers: RIVM). Waar we ooit natuurlijk aten en dronken, is dat in korte tijd drastisch veranderd. Dankzij de goedkope producten, de reclame op televisie, radio en bladen, maar vooral dankzij de misleidende informatie en het gemak, is het aantal mensen dat 100% natuurlijk at en dronk, weggezakt naar – naar schatting – 5%. Verreweg de meesten van ons eet en drinkt nu volledig onnatuurlijk (bewerkt). Zou dat iets met de cijfers en de werkwijze van de RIVM te maken hebben?

Hoe komt dat?

Om te beginnen ligt de schuld daarvan bij de industrie. In plaats van dat gezondheid de hoofdrol speelt, zijn dat de aandeelhouders geworden; daar liggen nu de grootste belangen. Dat betekent dat de omzet zo groot mogelijk moet zijn en de onkosten zo laag mogelijk. Op die manier realiseer je de hoogste winstcijfers. Dat realiseer je alleen als de meeste mensen bij jou de boodschappen komen doen. Dus moet je die mensen op alle mogelijkheden naar jou toe lokken. Als je ongezonde producten verkoopt, aan dat alleen als je de manier van reclame aanpakt, aanpast: je vertelt alleen de voordelen en laat dus de nadelen (voor je gezondheid) weg. De concurrentie doet de rest.

De gevolgen?

Sinds een jaar of vijftig ontwikkelt de industrie in een laboratorium deze bewerkte natuurlijke stoffen om in hun voedingsstoffen te verwerken. De reden daarvoor is, zoals we zagen, dat deze stoffen een stuk goedkoper zijn (dus de winst stijgt), maar ook kan de industrie met deze stoffen invloed uitoefenen op deze stoffen, bijvoorbeeld door het zoeter te doen smaken of langer houdbaar te krijgen. En dat is weer in het ‘belang’ van de consument. Op die manier kan de industrie invloed uitoefenen op wat en hoeveel de consument koopt (omzet stijgt).

Het gevolg is dat 95% van alle mensen de bewerkte boodschappen haalt (of laat brengen) bij de supermarkt, het tankstation, de Etos, het kruidvat, etc., en slechts 5% de natuurlijke, onbewerkte producten bij biologische winkels en -markten of gezondheidswinkels haalt. De commerciële opzet van de industrie (investeert miljoenen in reclame) en het gemak voor de consument heeft de afgelopen decennia mede gezorgd voor een overlaad aan chronisch zieke mensen.

Het aantal producten waarin deze bewerkte, en vaak ziekmakende stoffen zijn verwerkt, is inmiddels gestegen tot duizenden, waarin tien duizenden in een laboratorium ontwikkelde synthetische, bewerkte  stoffen zijn verwerkt. Die vind je gedeeltelijk terug in de lijsten met E-nummers, door Europa goedgekeurde stoffen, die je kunt vinden op internet of in het boekje Wat Zit er in uw Eten? Daar staat een soort samenvatting in van de bekendste e-nummers. Een groot gedeelte daarvan kan je beter vermijden. De meest gevaarlijke zijn aspartaam en Ve-tsjin. Glucose fructose-stroop is een voorbeeld van een natuurlijke voedingsstof die mede heeft geleid tot de obesitas-pandemie in Amerika. Een of meer van deze stoffen vind je dan ook in vrijwel alle industriële producten in de supermarkt. Ze staan meestal bovenaan in de ingrediëntenlijst.

Vlees, vis en zuivel

Vlees, vis en zuivel heb je ook in deze twee varianten, en ook hier zie je een groot verschil tussen mensen die de bewerkte variant eten en drinken (98%) en mensen die voor biologisch (natuurlijk) vlees of zuivel kiezen (2%). Als je je vlees in de supermarkt koopt, moet je je wel bewust zijn van wat daar allemaal in zit. Het KWF zegt over bewerkt vlees:

‘Bewerkt vlees is voor de verkoop bewerkt om de smaak of houdbaarheid te beïnvloeden door het te roken, door het te zouten of door conserveringsmiddelen toe te voegen. Vleeswaren, zoals worst, ham of paté en bewerkt vlees zoals hamburger, worst en gemarineerd vlees vallen in de categorie bewerkt vlees. Dit geldt overigens ook voor gevogelte ( denk aan gerookte kipfilet) en vis (bijv. gerookte paling en ingeblikt tonijn).  Door de bewerking kunnen kankerverwekkende stoffen (carcinogenen) ontstaan. Deze stoffen kunnen cellen in ons lichaam beschadigen wat tot kanker kan leiden.’

Logisch, want aan wat we het meeste eten, is het meeste geld te verdienen. En dan kom je uit bij de eerste groep. Dus ook logisch dat die groep verreweg de meeste bewerkte voedingsproducten koopt.

Wat zijn de voor- en nadelen?

Laten we beginnen met bewerkte dierlijke voedingsproducten. Daar is dus heel veel geld aan te verdienen. En als je er voor kunt zorgen dat deze beesten niet ziek worden, en in weinig tijd heel snel groeien, verdien je het meeste geld. Daar komen de bewerkte stoffen om de hoek kijken. Daarbij moet je denken aan (groei)hormonen, antibiotica, zware metalen, etc. Die zijn dus hoogst ongezond.

Dat geldt ook voor andere dierlijke producten, zoals melk en melkproducten, boter, vla, yoghurt, etc. Ook daar is in ons land heel veel vraag naar. Dus is het nu vast geen verrassing meer voor je dat al deze producten ook zwaar bewerkt zijn en dus…, heel ongezond. Bovendien zijn koemelk en koemelkproducten helemaal niet geschikt voor ons mensen, dus lichaamsvreemd en dus ongezond.

Met andere woorden: afhankelijk van of je vegetariër, veganist of vleeseter bent, kun je zelf bepalen wie het gezondst eet en drinkt, wie dus het minste kans heeft op ziektes en wie er het oudst wordt: de veganisten! Dan weet je ook dat zij het gezondst eten en drinken zou je zeggen…

Maar…, er is nog een groep mensen die ook elke dag eet, die nog gezonder leeft en tot nu toe niet in dit verhaal is voorgekomen, dat zijn de mensen die biologisch eten en drinken. Alle producten die ik tot nu toe heb genoemd, zijn nog gezonder als je ze niet bewerkt naar binnen werkt, maar natuurlijk (= biologisch). Mensen die biologisch eten willen geen onnatuurlijke stoffen of producten eten en drinken en eten dus verreweg het meest gezond.

Hoe heeft het zo ver kunnen komen?

Dat heeft met een paar dingen te maken: deze producten zijn goedkoper, smaken zoeter, passen meer bij wat we als soort wensen (zoet, goedkop en gemakkelijk) en ze zijn op elke straathoek te krijgen. Bovendien bestaat een belangrijk deel uit kant- en klaar producten. Dat is precies wat we willen, een maaltijd die je alleen nog hoeft op te warmen, bij voorkeur in een magnetron, want dat gaat het snelste, is het minste werk. Eigenlijk is het antwoord: deze producten passen beter bij wat we, los van onze gezondheid, willen. Kennelijk staat ‘gezond’ nog niet eens in de top-5 van onze wenslijst.

Als je wilt weten wat er allemaal in een product zit, kijk dan op het etiket. Daar zie je een lijst met stoffen die er in zo’n product zitten. Bovenaan staat de stof die het meeste in dat product voorkomt. Vaak is dat een stof uit het rijtje: (geraffineerde) suiker, glucose fructosestroop, aspartaam of een andere zoete stof. Deze maken de kans op obesitas, kanker, hart- en vaatziektes en diabetes aanzienlijk groter. Sommige mensen zeggen: ‘Als er meer dan vijf ingrediënten in een product zitten ,laat dan maar liggen’. Sowieso kan je naar het ingrediënt kijken dat bovenaan deze lijst staat; als dat verdacht is, ga dan op zoek naar een gezonder product. Veel succes!

Wat kunnen we er zelf aan doen?

De vraag stellen, is hem beantwoorden: ‘natuurlijk’ eten! Dus bewerkte, industriële producten laten staan. Dat betekent dat je op zoek moet naar een nieuwe dealer: de biologische winkel of markt. Dat zal even wennen zijn, want je bent zeer waarschijnlijk zoet-verslaafd. Maar het is de poging waard, want het zorgt er wel voor dat je kans op langer leven en minder ziekte, aanzienlijk groter wordt. Bovendien vind je daar dezelfde producten, alleen gezonder (en vaak lekkerder).

Mocht je daar geen geld genoeg voor hebben, kun je een paar dingen doen: de slechtste producten of wat je het meeste eet: vlees, vleesproducten, frisdranken (zeker de zero-varianten) en dierlijke melk en melkproducten) vervangen door een biologische variant. Je mag natuurlijk ook, zoals ik heb gedaan, in een keer cold turkey overstappen op het meest gezonde, het biologische eetpatroon.

Waar kan ik nog meer informatie vinden?

Op internet vind je heel veel artikelen en boeken over voeding. Er zijn echter maar heel weinig schrijvers die het verschil durven maken tussen bewerkt en onbewerkt, terwijl juist dat het aller belangrijkst verschil is tussen gezond en ongezond. Let daar dus op! Tenminste als je het met mijn uitgangspunt eens bent.

Michael Moss schreef Zout, Suiker Vet. Dat is ook heel leerzaam.